
Misschien herken je dat wel. Boosheid schoof ik opzij met een grap. Verdriet stopte ik weg door de ramen te zemen of mezelf nóg drukker te maken. Alles om maar niet te hoeven voelen.
Waarom?
Omdat ik bang was.
Bang dat het te veel zou zijn. Voor mij en ook voor anderen. Wat als ik iemand zou overweldigen met mijn emoties? Wat als ze me daarop zouden afwijzen of anders naar me zouden kijken?
Tot iemand me vroeg: "Hoe gaat het écht met je? Zorg je wel goed voor jezelf?" Niet zomaar, maar met oprechte aandacht. In eerste instantie antwoordde ik automatisch: "Oh, het gaat wel. Tuurlijk zorg ik goed voor mezelf." Maar de vraag bleef hangen. Hoe lang was het eigenlijk geleden dat ik écht had stilgestaan bij wat ik voelde?
Langzaam begon ik te beseffen hoe overbelast ik was. Ik zat vol. Mijn dagen draaiden om doorgaan, presteren, en zorgen voor anderen. Stilstaan voelde als falen. Als ik niet altijd bezig was, voelde ik me alsof ik tekortschoot. Als ouder, als vriendin, als mens.
Dat moment zette iets in beweging. Ik begon kleine momenten te nemen om te checken: Hoe voel ik me nu eigenlijk? Niet om meteen alles op te lossen, maar gewoon om erbij stil te staan.
In het begin voelde dat ongemakkelijk. Soms wilde ik weer vluchten in drukte. Maar steeds vaker merkte ik: door mijn emoties ruimte te geven, voelde ik me lichter. Minder opgesloten in mijn eigen hoofd. Ik leerde hoe boosheid, verdriet of onzekerheid eigenlijk signalen waren die me iets wilden vertellen.
En weet je wat? Het gaf me kracht. Want hoe meer ruimte ik mijn gevoelens gaf, hoe meer ik mezelf leerde accepteren.
Precies zoals ik ben.
Die quote is een herinnering dat het oké is om niet alleen maar te doen, maar ook gewoon te zijn.
Dat gun ik jou ook. Want jezelf ruimte geven is geen zwakte. Het is een kracht. En het is de eerste stap naar een leven waarin je niet alleen leeft voor anderen, maar ook voor jezelf.